Puur Kirgizië

We gaan naar Kazarman. Kazarman is een dorp waar je eigenlijk niet heen wilt, maar wij gaan toch. Het ligt op één van de twee routes naar het zuiden van Kirgizië, naar Osh en Jalal-abad. Deze route loopt door de bergen en is regelmatig gestremd door het slechte weer en het slechte wegdek. Van oktober tot juni is de weg dicht in verband met sneeuw. De andere route is de grote weg van Bishkek naar Osh.

Vanuit Naryn rijden we over een rustige weg naar Ak-tal. Af en toe passeert ons een auto. We zien veel bijenkasten langs de kant van de weg. Bij een stalletje kopen we een colaflesje honing. Pure honing. Heerlijk. Het is goed te zien aan welke kant van de weg geïrrigeerd wordt. Groen of dor, de aanwezigheid van water maakt een groot verschil.

We vinden een plekje voor de tent langs de kant van de weg, een beetje tussen de struiken. Aan de dorre kant. Er loopt wel een klein waterstroompje, maar dat stelt niet veel voor. De grond waarop we staan is droog en gebarsten als in de Sahel. Onverwacht begint het ’s avonds te regenen. De volgende morgen staat de tent in een modderbad. Van die dikke zware klei die overal aan vast gaat zitten. Het water is netjes onder het grondzeil door gelopen, zodat we geen spullen nat hebben. Maar we besteden geruime tijd aan het drogen en schoonmaken van dingen.

Na Ak-tal begint een gravelweg naar Kazarman. Een gravelweg met grote stenen. We rijden een paar honderd meter de weg op, maar die bevalt ons helemaal niet. Auto’s scheuren over de weg, stenen rollen langs ons heen en een stofwolk blijft achter. We besluiten een andere, langere route te nemen via Baetov. Dan rijden we langer op asfalt, maar rijden ook meer kilometers en hoogtemeters. In Baygonchok vraagt Marieke of we in een wei bij een huis kunnen kamperen. Dat kan niet want de wei wordt nu bewaterd, maar de tent opzetten in de boongaard is geen probleem. Eerst moet er thee gedronken worden, en dan wordt gevraagd of we soep lusten. Uiteraard lusten we dat. Er wordt een haan uit de ren gehaald en die wordt geslacht ter ere van onze aanwezigheid, en klaargemaakt als soepkip. Ofschoon we elkaars taal niet spreken wordt het een gezellige avond.

Na Baetov houdt het asfalt op. We moeten toch aan de gravel geloven. Het schiet niet erg op. We rijden gedeeltelijk op een pad langs de weg. In een steile klim stopt een veewagentje naast ons met de vraag of we een lift willen. Daar hoeven we niet lang over na te denken. De lift brengt ons over de eerste pas van de twee die we over moeten. Niet gratis, maar 1000 som (ongeveer € 12,50) voor 40 kilometer én 500 meter klimmen over een gravelweg is het ons waard. Op het volgende aanbod gaan we niet in. Deze mannen willen ons wel naar Kazerman brengen voor 300 dollar. We bedanken vriendelijk, dan zakt de prijs nog naar 200 dollar, maar we gaan fietsend verder. Even later ploeteren we op de slechte gravelweg, in de hete zon.

Die avond staan we aan de rand van een watergoot en genieten van het uitzicht en het aantal (niet) gefietste kilometers.

Het weer verandert. Voor ons hangen dreigende luchten die ons steeds meer insluiten. Na 10 kilometer begint het te regenen. We rijden net een verzameling huizen met de naam Zerge-tal binnen. We zoeken naar een plek om te schuilen, maar die is er eigenlijk niet. Dan worden we aangeschoten door een jongen, die zijn moeder overhaalt ons binnen te laten. Moeder gaat alsnog akkoord. We zitten warm terwijl de regen neer klettert. We vermaken de kinderen en krijgen thee. Dan gaat moeder manty maken. Manty is een gerecht van noedels gevuld met gehakt en uien. Heerlijk en goed vullend. Vier uur later is het droog en gaan we verder.

We fietsen best lekker als we een witte bestelbus zien naderen. We besluiten de bus aan te houden en te vragen of ze ons mee kunnen nemen tot bovenop de pas. Eigenlijk hoeven ze niet zover, maar ok. Voor 2000 som zijn ze bereid ons op de pas af te zetten. Het scheelt ons 850 hoogtemeters, minstens een dag fietsen. Op weg naar de pas van 2900 meter glibbert de bus alle kanten op door de modder. Maar de chauffeur brengt ons veilig boven. Er is een fotomomentje en we nemen afscheid.

We dalen nog een stuk af en vinden op ruim 2700 m een mooi plekje om de tent neer te zetten. Nog even zitten we in de zon, maar dan komen donkere wolken over de bergen aandrijven. Het begint opnieuw te regenen en enorm te onweren. Door de ontladingen voelen we de grond trillen. Vuurwerk op de verjaardag van Arjan.

De volgende morgen, de eerste spullen zijn al ingepakt, aan het ontbijt, besluiten we nog een dag te blijven. Het is prachtig met bloeiende bloemen en fluitende vogels. Lekker in de zon een boek lezen, dagdromen en die ene foto maken van die vogel die niet op de foto wil. Aan het einde van de middag komt er een camper de pas af. Het is een van de weinige auto´s die passeren. Twee Spaanse jongens vertellen dat aan de andere kant vijf Chinese vrachtwagens vast zitten. We kunnen het niet geloven. Ze geven ons een brood, chocola en bananen en gaan dan verder naar Kazarman.

De volgende dag besluiten we nog een dag te blijven. Dat kan net dankzij ons voedsel en hetgeen we van de Spanjaarden kregen. We maken een wandeling naar pashoogte en zien 10 vrachtwagens staan. Allemaal gestrand in de modder als gevolg van een verzakking door de regen van een paar dagen geleden. Als wij goed en wel boven zijn beginnen de eerste wagens te rijden. Het zijn de Chinezen. Ze vormen een colonne van 7 wagens. Daarna resten er nog 3 Kirgizische trucks met aanhanger. De eerste twee zijn zo weg, de derde haalt het laatste stuk modder net niet. Maar na veel geploeter en een aantal pogingen is ook deze weg en keert de rust weer op de pas.

We dalen af naar de tent en hebben nog contact met kinderen die bij yurts in de buurt horen. Marieke gaat mee naar hun zomerverblijf en proeft gefermenteerde paardenmelk (kymyz). De licht alcoholische drank zorgt dat zij met een ietwat rood hoofd terug bij de tent komt. De oudste kinderen leren Engels op school, dat maakt de communicatie een stuk simpeler. We genieten van de laatste avondzon en de vogeltjes en gaan op tijd naar bed.

Dan moeten we toch echt naar Kazarman. Het eten is bijna op, er resteren nog een paar bananen en een brood. We dalen 1400 meter af door een verlaten, bergachtig landschap. Her en der een yurt, we komen geen dorp tegen. Wel zien we groepen (half) wilde paarden, die opschrikken als we langs fietsen. Opeens verandert de weg. Er zijn haarspeldbochten en een diep dal waar we doorslingeren. De weg is nog steeds onverhard en we zien nauwelijks ander verkeer.

In Kazarman is het heet en stoffig. Mannen die ons de weg willen wijzen komen opdringerig over. We verlangen terug naar de kampeerplek waar we stonden. We belanden in een hostel met “no name”, maar wel met een grote tuin. Het wordt gedreven door een vriendelijke mevrouw. Dat, en de aanwezigheid van andere reizigers, maakt Kazarman draaglijk.

Communistische kunst

4 reacties op “Puur Kirgizië”

    1. Tja…die foto’s. Prachtig daar. Ik lees jullie blogs met veel plezier, maar reageer toch nog even op deze. Ondanks het feit dat er alweer een nieuwe blog op staat. Dochterlief heeft ook geboekt voor Kirgizië…vandaar. Ik denk dat ze het heel mooi gaat vinden.
      Groet en nog vele mooie kilometers, Berny.

  1. Hallo Marieke en Bart, wat een geweldige plaatjes! Prachtig wat jullie zien en omschrijven. Toen Marieke vol enthousiasme zat te vertellen over de aanstaande, uit de kluiten gewassen fietstocht toen ze in m’n pedicurestoel zat, dacht ik nog….Wat moet je daar nou in de middel of no-where? Maar als ik dit allemaal zie, begin ik het te snappen. Echt zo wijds, vrij en mooi!
    Geniet nog lekker van deze prachtige natuur en wonderlijke omgeving. Groetjes en trap-ze!

Laat een antwoord achter aan Mieke Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *